Samenvatting:

Rotterdam, mei 1940. De Tweede Wereldoorlog breekt uit. Heel even vindt Fien het spannend, maar al gauw blijkt dat oorlog vooral verschrikkelijk is. Om te beginnen moet haar Joodse vriendje David vluchten, naar familie in Londen. Hij probeert via Zeeland op een boot naar Engeland te komen.
Vier dagen later wordt Rotterdam door de Duitsers gebombardeerd. Fien raakt bijna alles kwijt, pas na een dag vindt ze tussen het puin haar moeder en broertje weer terug. Haar vader is dood en haar moeder is totaal de kluts kwijt. Fien besluit met hen naar haar tante in Middelburg te gaan. Het wordt een lange en gevaarlijke tocht. Bovendien heeft de provincie Zeeland zich nog niet overgegeven, en stroomt Middelburg leeg, omdat Duitsland dreigt ook deze stad te bombarderen. Uiteindelijk vinden ze tante Nel en ook David in Koudekerke terug. Fien brengt David naar Vlissingen en neemt afscheid als hij op een bootje naar Engeland stapt.

Personages:

Hoofdpersoon: Fien (11) zij woont met haar ouders en broertje in Rotterdam.

Eigen meinig:

Het is een erg meeslepend verhaal. de schrijver schrijft het ook erg spannend. Ik vind het wel goed dat het boek vrij dik is, want in het boek wordt alles heel uitgebreid en langzaam beschreven. ook wil je blijven lezen want je ilwt weten hoe het verder afloopt.

 Informatie auteur:

Martine Letterie groeide op in Voorburg. Haar vader is beeldhouwer Frank Letterie. Na de middelbare school studeerde ze Nederlands in Utrecht. In 1985 studeerde ze af met als hoofdvak Middelnederlandse letterkunde. Na haar studie was ze twaalf en een half jaar lerares Nederlands in Zutphen en Doetinchem op verschillende schooltypen. Ze gaf les aan een mavo, havo, vwo, MEAO en de laatste vier jaar aan een PABO. Daarnaast schreef ze veel schoolboeken en werkt ze mee aan Tikker en Bumper, tijdschriften over jeugdliteratuur.

Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Martine_Letterie.